hobby. ­Henk van Haren

hobby.
Henk van Haren

foto: bart van dieken

‘Ergens ben je met cultureel erfgoed bezig’

Henk van Haren (71) uit Millingen aan  den Rijn geniet een zekere faam als bouwer van schaalmodellen van stoommachines. Vanuit zijn passie voor techniek en gevoel voor ­perfectie bouwde hij zo’n dertig pracht-modellen. In het klein brengt hij de tijd van de industriële revolutie weer tot leven.

‘Ergens ben je met cultureel erfgoed bezig’

Henk van Haren (71) uit Millingen aan  den Rijn geniet een zekere faam als bouwer van schaalmodellen van stoommachines. Vanuit zijn passie voor techniek en gevoel voor ­perfectie bouwde hij zo’n dertig pracht-modellen. In het klein brengt hij de tijd van de industriële revolutie weer tot leven.  

“Zo’n 23 jaar geleden ben ik met die schaalmodellen begonnen. Ik heb geen opleiding in machinebouw. Ik was kraanmachinist. Ik kon echter wel technische tekeningen lezen. Met hulp van ervaren schaalmodelbouwers ging ik aan de slag. Dat is uiteindelijk een beetje uit de hand gelopen. Ik begon met kleine modellen van stoommachines, van zo’n 15 cm lang, 10 cm breed en 10 cm hoog. Maar ik kon ook grotere modellen aan. Zoals dat van het Stoomgemaal ­Winschoten. Het is 70 bij 40 bij 10 cm. Er zat duizend uur werk in. Het kost veel tijd, omdat ik alle onderdelen zelf maak en heel secuur werk. Ik ga er helemaal in op en vergeet de tijd. Maar daar heeft mijn vrouw Marga iets op gevonden. Met een scheepstoeter toetert ze me mijn werkplaats uit als ze vindt dat het genoeg geweest is.

Met de uitvinding van de stoommachine begon de industriële revolutie. Dus ergens ben je als modelbouwer met cultureel erfgoed bezig. Naast stoommachines heb  ik heteluchtmotoren op schaal nagebouwd, en ook vacuümmotoren en benzinemotoren. Zo heb ik de eerste eencilindermotor die autofabrikant Henry Ford in 1893 bouwde, in het klein nagemaakt. Wat er zo plezierig is aan deze hobby? Het maakproces. En het resultaat. Ik kan uren kijken naar zo’n bewegend machientje. Tegenwoordig bouw ik ze niet meer, maar ik restaureer nog wel.

Ik ben op mijn 61ste met vervroegd pensioen gegaan. Of ik voor die tijd wel eens nadacht over mijn pensioen? Nooit. Of, nou ja, helemaal aan het begin van mijn loopbaan. Toen ik nog in de bouw werkte, telde  ik een keer op mijn vingers na hoeveel jaar ik nog moest werken. 45 jaar. Dat vond ik toen niet zo’n leuk vooruitzicht. Maar eenmaal op de torenkraan dacht ik niet meer aan ‘met pensioen gaan’.”

Henk van Haren was de langste periode van zijn werkzame leven (27 jaar) in dienst van scheepswerf Bodewes in Millingen aan den Rijn, toen nog onderdeel van Damen Shipyards. Henk werkte hier als kraanmachinist en hellingbaas.

foto: bart van dieken

 

“Zo’n 23 jaar geleden ben ik met die schaalmodellen begonnen. Ik heb geen opleiding in machinebouw. Ik was kraanmachinist. Ik kon echter wel technische tekeningen lezen. Met hulp van ervaren schaalmodelbouwers ging ik aan de slag. Dat is uiteindelijk een beetje uit de hand gelopen. Ik begon met kleine modellen van stoommachines, van zo’n 15 cm lang, 10 cm breed en 10 cm hoog. Maar ik kon ook grotere modellen aan. Zoals dat van het Stoomgemaal Winschoten. Het is 70 bij 40 bij 10 cm. Er zat duizend uur werk in. Het kost veel tijd, omdat ik alle onderdelen zelf maak en heel secuur werk. Ik ga er helemaal in op en vergeet de tijd. Maar daar heeft mijn vrouw Marga iets op gevonden. Met een scheepstoeter toetert ze me mijn werkplaats uit als ze vindt dat het genoeg geweest is.

Met de uitvinding van de stoommachine begon de ­industriële revolutie. Dus ergens ben je als modelbouwer met cultureel erfgoed bezig. Naast stoommachines heb  ik heteluchtmotoren op schaal nagebouwd, en ook vacuümmotoren en benzinemotoren. Zo heb ik de eerste eencilindermotor die autofabrikant Henry Ford in 1893 bouwde, in het klein nagemaakt. Wat er zo plezierig is aan deze hobby? Het maakproces. En het resultaat. Ik kan uren kijken naar zo’n bewegend machientje. Tegenwoordig bouw ik ze niet meer, maar ik restaureer nog wel.

Ik ben op mijn 61ste met vervroegd pensioen gegaan. Of ik voor die tijd wel eens nadacht over mijn pensioen? Nooit. Of, nou ja, helemaal aan het begin van mijn loopbaan. Toen ik nog in de bouw werkte, telde ik een keer op mijn vingers na hoeveel jaar ik nog moest werken. 45 jaar. Dat vond ik toen niet zo’n leuk vooruitzicht. Maar eenmaal op de torenkraan dacht ik niet meer aan ‘met pensioen gaan’.”

Henk van Haren was de langste periode van zijn werkzame leven (27 jaar) in dienst van scheepswerf Bodewes in Millingen aan den Rijn, toen nog onderdeel van Damen Shipyards. Henk werkte hier als kraanmachinist en hellingbaas.

⇩  extra online content  ⇩

Filmpjes over de modelbouw van Henk van Haren

Een interview met Henk van Haren 

 

Een stoommachinemodel in werking

De stoommachine en de industriële revolutie

Stoommachines hebben een sleutelrol gespeeld bij het ontstaan van de industriële revolutie. Die begon rond 1750 in Engeland en drong aan het begin van de negentiende eeuw elders in Europa door. Het is een periode waarin het handmatig werken (en het gebruik van trekdieren) werd vervangen door machinale productie. Dit was mogelijk dankzij de uitvinding van de industriële stoommachine. Hiermee kon door onder druk staande stoom (vaak door verbranding van steenkool) mechanische kracht worden geleverd. De productieprocessen veranderden hierdoor, maar ook het transport. Een bekend voorbeeld van dat laatste is de stoomlocomotief.

Nederland heeft de grootste stoommachine ter wereld. Die bevindt zich in het Gemaal De Cruquius in de Haarlemmermeer. Dit industriële cultureel erfgoed uit 1849 werd gebruikt om de Haarlemmermeer droog te leggen. Tegenwoordig behoort het tot de top 100 van de Nederlandse rijksmonumenten. Het is nu ook een museum

 

Arrow-prev Arrow-next